‘NV Hoek’s Machine- en Zuurstoffabriek’

W.A. Hoek’s Machine- en Zuurstoffabriek gevestigd als laatste vestigingsplaats aan de Havenstraat (Jachthaven).
Fotograaf: Onbekend.
W.A. Hoek sr.

W.A. Hoek werd geboren op 14 september 1870 in Goes. Alhoewel ‘het water’ trok, hij wilde marineofficier worden, liet hij Zeeland achter zich. Op 14-jarige vertrok hij naar Rotterdam en startte een opleiding aan de Vormschool (de voorloper van de kweekschool). Daar bleek al snel dat een carrière in het onderwijs voor hem niet de juiste keus was. Hij kwam terecht op een sleepboot en was al op zijn 16e machinist. Hij studeerde, in zijn vrij tijd, Engels, Algebra en wiskunde. Op zijn 30e, hij was inmiddels getrouwd en vader van twee kinderen, startte hij met de steun van zijn schoonvader een technische studie in het Duitse Bingen. Hij moest daarbij zijn betrekking als Chef-machinist bij een kleine Rotterdamse rederij opzeggen. Na twee jaar behaalde hij zijn diploma en keerde terug naar Rotterdam, waar hij tot 1905 als constructeur werkte. In datzelfde jaar ontwikkelde hij de stoomvrachtwagen.

Deze stoomvrachtwagen, de eerste uitvinding van W.A. Hoek, had als bijzonderheid een stoomketeltje van kleine afmeting. Het was gering in gewicht, maar met een groot verwarmend oppervlak en een buitengewoon snelle stoomontwikkeling als gevolg van de geringe waterinhoud, een zeer sterke circulatie. De stoommachine was eenvoudig te demonteren en kon als een soort vulkachel vanaf de bestuurderszitplaats met cokes worden gevuld.

De start in 1907
Op 1 oktober 1907 huurde hij een voormalige branderij aan de Buitenhavenweg 134 in Schiedam dat werd ingericht als machinefabriekje. Het kwam tot stand met financiële steun van de heren Van Rietschoten en Slotboom, van de fa. Van Rietschoten en Houwens in Rotterdam. Er werden allerlei speciale producten gemaakt: wandboormachines, slijpkoppen, pompen, tabletpersen en kleine scheepsstoommachines. Hier construeerde hij in 1907 een stoomvrachtwagen1) en dat betekende bovendien de grondslag voor het bedrijf. In deze fabriek werden, ondanks vele tegenslagen, nog vijf3) van deze stoomwagens gebouwd, maar daar bleef het dan ook bij, want de automobielen met een benzinemotor wonnen het toch langzamerhand definitief van de stoomwagens.

Verder Lezen


Nevenfuncties W.A. Hoek sr.:
Lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Beneden Maas
Commissaris bij de ‘HAV-bank’
President-comissaris NV Hoek”s Zuurstoffabriek 1947-1953
Commissaris van de ‘NV Metaalbuizenfabriek Excelsior’
Waarnemend voorzitter, later voorzitter van de ‘ Vereniging de Ambachtsschool voor Schiedam en Omstreken

Onderscheidingen W.A. Hoek:
Ridder in de Orde van Oranje Nassau 29 augustus 1925

Noten:
1) De eerste wagen werd gebouwd voor rekening van de fa. J. en A. van der Schuyt, een bekende Rotterdamse rederij, gevestigd aan de Maaskade O.Z. Op een dag in augustus 1907 vond de eerste proefrit plaats. Met een maximum snelheid van 8 km. per uur denderde de 2,5 ton wegende “stoomsleperswagen” met zijn zware ijzeren artilleriewielen over de Rotterdamse kinderhoofdjes. De wagen was 6,20 m. lang en 1,95 m. breed en men kon er 4 à 5 ton op kwijt. Het stuurwiel bevond zich rechts en de snelheid van de wagen werd met een pedaal geregeld, een soort gaspedaal eigenlijk. De stoommachine en de watertank waren onder de wagen aangebracht en de stoomketel voorop onder een soort motorkap, alles keurig weggewerkt, dit in tegenstelling met de toenmalige Engelse stoomwagens, waar alles zichtbaar was. Lange zware bladveren moesten de bestuurder enigszins het gevoel geven dat de schokken van de met ijzer beslagen wielen op de straatkeien wat afgezwakt werden en remmen kon zelfs ook nog! Daartoe waren twee zeer krachtige remmen op de differentiaalas aangebracht en een schroefrem met blokken op de door een dubbele ketting aangedreven achterwielen. (conam.info)
2)Bij een brand op de Nieuwe Haven in Schiedam kwam deze spuit, die toen juist klaar was voor aflevering in de fabriek stond, bemand met personeel van de fa. Hoek in actie. Door de geweldige kracht die er achter de waterstraal zat vlogen, tot grote hilariteit van de talloze toeschouwers, de panlatten van het dak! Deze brandspuit was de laatste activiteit van Hoek op automobielgebied en de firma, die op 9 februari 1912 in een N.V. was omgezet, vond zijn toekomst op ander gebied. De opdracht voor de levering van de brandspuit werd gegeven door de Gemeente Schiedam op 6 juni 1912. De heer W.A, Hoek was de laagste inschrijver met een offerte van ƒ10.500.
3) Van deze vijf wagens werd er één geleverd aan de Rotterdamsche Tramweg Mij., een tweede werd in 1908 geleverd aan wegenbouwer Vissers in Rucphen (met kenteken N-744) en daar gebruikt voor het transport van straatkeien. Voor zover bekend nam rederij Van der Schuyt alle overige wagens in bedrijf voor vervoer in het Rotterdamse havengebied. Over de wagen met kenteken N-744 lezen we op de website deautovanmnopa.nl: “op bladzijde 19 van het RTM-verslag over het jaar 1913: “Voor de besteldienst van de stoomtramwegen in Rotterdam werd een tweedehands stoomwagen overgenomen, die in het begin wel voldoet.” De hierna afgebeelde foto van de RTM nr. 1 laat zien dat het kenteken nog N-744 is. De kentekens voor Zuid-Holland begonnen met H, waarschijnlijk dat een aanvraag was ingediend voor een nieuw kenteken.

Bronnen:
Conam.info

Beeldmateriaal:
Auto-stoombrandspuit: Gemeentearchief Schiedam / beeldnummer 34468 (bewerkt)
Stoomvrachtwagen RTM-1: Collectie NVBS-Railverzamelingen, Amersfoort

 

 

 

Laatst bijgewerkt op 20/12/2022